donderdag 28 april 2011

Twee korte verhaaltjes

Enkele weken geleden, de zonne scheen hard, het leven ging gezapig voort, het volk was tevree. (telkemale valt het me weer op dat bij de eerste zonnestralen in het land iedereen wat vriendelijker en gelukkiger door het leven lijkt te gaan; heeft het iets met die zomerjurken van de lieftallige Gentse jongedames te maken? het moet bijna, want wat is er nu mooier dan een mooi stel blote benen in een af en toe opwaaiend zomerjurkje?).

Walter trapt een balletje op straat, vlak daarbij de Dampoort. Is er iets mooier om te doen op zo'n zonnige dag in een saai moment dan om even met die voetbal vlak voor de deur op straat enkele trucjes uit de sloffen te halen? Straatvoetbal ! Een zeer onderschatte maar oh zo leuke en bindende bezigheid in onze samenleving ... (ook ik spreek hierbij uit ervaring, op reis neem ik altijd een bal mee om op eventuele saaie momenten kris kras door de bezochte stad even te jongleren met de bal, meestal duurt het niet lang of er komen jongeren vragen om mee te spelen, een perfecte manier om mensen te leren kennen en vrienden te maken!).
Ook die dag aan de Dampoort was het van dat, tien minuten stond Walter te jongleren, toen er al twee local kids uit de buurt naast hem stonden om mee te spelen, zij trapten de bal rustig rond naar elkaar. Of we Barcelona gisteren gezien hadden op tv gisteren? vroeg de jongste, Mohammed genaamd.
Ze speelden, trachtten elkaar te overtreffen met de beste kunstjes, lachtten wat met elkaar en deden het ding genaamd straatvoetbal. Mohammed moest naar huis, de andere jongen, hij zag eruit alsof hij zo was weggelopen uit de 'new kids-serie', bleef nog even spelen. Hij zwaaide de nekmatten uit z'n ogen om toch maar de bal te kunnen volgen, hij sprak het sappigste Gentse dialect dat ge ooit kon horen van zo'n jonge kid. Walter schatte hem een jaar of negen à tien.
Zij praatten nog wat toen Walter vroeg: ja, wat is je naam eigenlijk? The kid keek hem aan met een blik van, 'moatje wa est mee ou?' Hij antwoordde op zijn geheel authentieke, ietwat boertige wijze: 'Valentino!'
Hmm, speciale naam dacht Walter bij zichzelve, toen the kid hem vroeg: 'en hoe noemde gij misschien wel?
'Ik heet Walter', zei hij. Valentino kijkt hem onderzoekend aan en roept ten slotte:
'Moatje, wa? Walter? Wa belachelijke naam is da? Da nen belachelijken naam da gij hebt', zei de genaamde Valentino zeer serieus. Walter kon z'n lach bijna niet inhouden maar gaf the kid gelijk. Of hij morgen weer buiten zou komen spelen vroeg Valentino, dit wist Walter nog niet.
Links: Valentino op latere leeftijd
  
Deze keer ook een flagrant misbruik van macht, maar voor mij persoonlijk misschien nog net iets erger of belachelijker, 't is hoe je het bekijkt natuurlijk. Ik kan er trouwens nog altijd niet bij waarom deze, van ongeveer even oude leeftijd zijnde duts! (excuse moi le mot) zich op zo'n belachelijke, irritante manier moest laten gelden.

We noemen het: 'Mannetje met macht'.
Het weer die zondag 17 april was mooi, het gezelschap goed en het eten lekker. Maar er ontbrak zo toch precies nog iets! Inderdaad, muziek ! En waar anders valt muziek beter te beleven dan in de buitenlucht met een pintje in de hand en vrienden om je heen? Ja, een zomerfestival! Doen we, dachten zij en de zijnen. Zij namen een bus naar Laarne, deelgemeente van Kalken, alwaar ze zonet waren aangekomen aan de laatste dag van het drie dagen durende (eerste zomerfestival ! ) 'Once Around A Festival'. Alleen al om de smaak van de zomerfestivals te pakken te krijgen moet je toch proberen naar daar af (en -door) te zakken.
Enkele groepen gezien en gewikt en gewogen, wat rondgelopen, heel wat afgelachen, een frietje gegeten, een eerste danske geplaceerd, een tweede mislukte versiertruc gebruikt, een eerste, voorzichtige kennismaking met de security gehad; tsjah festivals, ge kent het wel he. Eén kleine opmerking over het festival zelf. Voor de rest alles super he, echt goed gedaan, kunnen we alleen maar toejuichen: een groep jonge mensen die op twee jaar tijd zo een vrij groot festival, met zo veel namen en grote namen op de affiche weet op te bouwen (te Laarne!): chapeau en big upz!

Maar, klein minpuntje:
"Roland van Campenhout speelt een lied, door de danstent er vlak naast met bijbehoren beat, horen wij de helft Roland niet."

De uren verstrijken, het bier is koud, de urinoirs lopen vol.
Van Campenhout Roland en De Bruyne Steven,
zijn me daar nu toch van jetje aan het geven,
dacht ik zo, leunend tegen een bepiste vuilnisbak
terwijl een volle maan vredig over ons allen uitkeek. (dit is poëzie).

U leest, hoort of ziet het,
't Was daar allemaal goed en wel, en toen ging het plots snel ...

Frans(*) is moe en wil en naar huis, naar Gent toe.
Laarne-Gent? 25 minuten met de fiets wist hij nog van vroeger. Maar wacht, er zijn speciale pendelbussen ingelegd vanuit Laarne naar Gent en terug. Als hij zich haast haalt hij de volgende bus nog net. Met spijt in het hart zet hij een kleine sprint in, terug naar de ingang. (Blijkbaar, horen we achteraf, is de ingang niet meer dezelfde als de uitgang na 22u). Frans ziet mensen langs hekkens kruipen langs diezelfde ingang, tevens de kortste weg naar de bushalte namelijk. Dus ja Frans gaat natuurlijk mee, hij moet die volgende bus halen. Hij loopt met stevige tred het pad af langs de sloot van het Kasteel van Laarne, nog steeds deelgemeente van Kalken, toen plots uit het niets ja, bijna een soort, ja, een soort van middeleeuwse-hofnar-achtige wezen opdook in het midden van het pad. Hij liet wat oudere mensen op hetzelfde pad passeren  toen hij plots Frans leek gezien te hebben. Frans negeerde de trol zijn eerste verwijtende blikken en probeert gewoon rustig door te stappen en geen boel te maken (hij wil wel maar heeft geen tijd, die bus is daar over 4 minuten en hij moet toch nog even: het pad is lang en de benen moe!)
De goblin heeft onze arme Frans nu echt wel in de smiezen, gedaan met lachen.
'Waarom loopt gij hier', vraagt de kwezel op vriendelijke toon. Frans denkt dat hij er zich nog snel kan van afmaken en spreekt geheel de waarheid en legt z'n verhaal kort maar bondig uit. Langs hekken - kortste uitgang - bus - geen problemo my friend, alles good !
Frans wil gewoon naar huis, is inderdaad tussen een hek gekropen waarbij het inderdaad, ja, waarschijnlijk niet de bedoeling van is dat ge daar tussen kruipt ja.
Maar, stamelt Frans: 'Ge ziet, jongeman, ik ben nuchter, ik ben rustig, ik wil gewoon naar huis, daar is al bijna mijn laatste bus, ik ruik hem reeds aansnorren!' De duivel ontplofte in woede en greep naar z'n walky-talky en riep: 'Security - Security!' Oh mijn god, dacht Frans, nu gaan we het krijgen.
't Spel zat hem op de wagen daar op dat pad aan het Kasteel te Laarne.

Frans ontstak geleidelijk tot geheel aan toe in woede en riep wat er nu zo erg is aan het laten gaan (over een afstand van een kleine 40 meter, één keer een korte sprint inzetten will do for Fabolous Frans) zodat hij nog net die bus naar huis toe haalt?! Wat heeft onze arme Frans deze trol in godsnaam fout gedaan zodanig dat hij niet zou mogen passeren, wat is het probleem? Frans tracht zich op een rustige, doch kordate manier voorbij de dwerg te worstelen, nog voordat de cavalerie er aan zou komen. Hij riep tegen de smerige slang: 'Gij belachelijken dees gij, hoe oud zijt gij feitelijk? En wat is uw probleem eigenlijk om juist mij alleen langs hier tegen te houden? (tijdens het geduw en getrek en gepalaver wandelen nog altijd andere festivalgangers rustig voorbij, begrijpe wie begrijpe kan...) Daar is de cavalerie al ... (had de strontvlieg geen walky-talky bij zich gehad, zijn machtsinstrument op dat moment, had hij al lang met zijn klieken en zijn klakken in de sloot gelegen gvd). Een stoere ruiter te bereden paard komt aangesneld, wat het probleem hier wel niet was, vroeg hij? Het vorme- en karakterloze wezen spuwde enkele slissende klanken en krakende woorden uit; dat Frans een illegale uitgang had genomen, dat hij tussen de hekkens gekropen was, dat hij agressief was, dat hij dit en dat ... De ridder luistert aandachtig voor 2 seconden, kijkt naar Frans en kijkt terug naar de schlemiel. Frans vertelt rustig en beleefd zijn kant van het verhaal aan de koene ridder, langs hekken - kortste uitgang - laatste bus. De koene ridder kijkt hem op strenge wijze aan en zegt dat het voor één keer goed is, dat die arme Frans door mag lopen. Stond die achterlijke kleine sultan daar nu toch even mooi met zijn mond vol tanden van te kijken zeg. Frans gunde het gedrocht geen blik meer waardig en stapte rustig door, maar neen, buiten de waard gerekend! Nog had de zielige zombie er geen genoeg van, hij hield Frans voor de tweede maal staande, posteerde zich voor Frans en trachtte hem weer op alle manieren tegen te houden.
'Nee, ge gaat nog niet weg, 'k zou toch nog een pv'tje willen opstellen, riep hij naar de ridder, die toch alweer in de nacht verdwenen was (de ridder besefte namelijk goed genoeg wat hier gaande was: niets; en hij was het zo ondertussen lichtelijk beu aan het worden constant te worden opgeroepen door de rat voor de meest belachelijke en onnozele incidenten).
Hij bleef Frans tegenhouden met al z'n macht. Nu was het echt wel welletjes geweest voor Frans, hij duwde de schijnheilige potentaat opzij en rende z'n vrijheid, z'n bus en z'n bed tegemoet ... Hij haalde de bus nog net en dronk een warme choco, éénmaal thuisgekomen.

(*) Frans is een fictieve naam    

Deel 3 machtsmisbruik volgt later, we noemen het:
'Oleee oleee oleee, 't is altijd feest op de knie van nonkel Van Gheluwe Roger'

woensdag 27 april 2011

Mannen met macht

In de afgelopen 2 maanden maakte ik twee gevallen mee waarbij ik bij mezelve dacht, jongens jongens jongens, hoeft dit nou echt? Het gaat er hem om dat schijnbaar, vriendelijke, doodnormale, doordeweekse saaie kwezels als u en ik heel snel kunnen veranderen in kwaadaardige, abnormale, agressieve zotten wanneer zij een klein beetje macht ter hunner beschikking krijgen.

Mannen met macht, deel 1.
Zaterdag 2 april gingen wij met een aantal collega's van het werk onze 'Pjeir', wielerliefhebber in hart en nieren, gaan toejuichen en ondersteunen (zelfs een spandoek gemaakt en megafoon bij de hand, supporteren doet ge goed of niet denk ik dan zo) tijdens zijn eigenste, persoonlijke koninginnenrit, de Ronde van Vlaanderen. De zaterdag was het dus de Ronde (in volledige of verkorte versie) voor de amateurs en liefhebbers, zondag is het voor de profs. Men onthoude goed: voor de amateurs en liefhebbers dus.
Pjeir snelt de Koppenberg op, aangemoedigd door z'n collega's.
Voor velen een dagje uit, een dagje plezier, een dagje samenzijn en toch ook in de gezonde buitenlucht aan sport doen. Leuk toch! Tot ...
Aan de voet van de Koppenberg, een steile helling van ongeveer 22% (u ziet hierboven op de foto trouwens de 'Pjeir' de Koppenberg opsnellen, aangemoedigd door onze lokale beardyman) stonden twee seiners van de oude stempel. Alle respect voor deze mensen (seiners) die, dikwijls onbezoldigd, een vrije dag opofferen om een hele dag de renners en publiek te begeleiden, enthousiasmeren, aanmoedigen en beschermen. Maar deze twee heren aan de voet van de Koppenberg waren van een soort dat ge nog weinig tegenkomt bij de derde leeftijd, of misschien juist wel, ik weet het niet zo goed. Alleszins, wat gebeurt er? De klokke slaat half 5, het grootste deel van de amateurs is al bijna aan de aankomst, enkele dapperlingen trachtten al puffend en zuchtend een tweede maal de Koppenberg op te snellen, gezinnen trekken reeds huiswaarts om voor de file thuis te zijn, de die hards duiken al reeds de kroeg in, de zonne zakt langzaam maar gestaag, een mooie dag is gepasseerd. Er komt een jongeman uit de verte aangereden op een fiets in een Borat-pak (over smaak valt te twisten maar bon), overduidelijk dus van een vrijgezellenfeest. Toegegeven, vrijgezellenfeesten (en bijbehorende -tochten) zijn meestal eerder irritant dan plezant maar ieder zijn ding nietwaar. Ok, 'Borat' komt aangesneld en wil de Koppenberg op, dit is niet naar de zin van de ene seiner, loopt naar Borat toe en trekt hem hardhandig van de fiets.
'Nee, gij gaat nie mijnen berg op in da belachelijk pakske!'
Borat, ietwat bedeesd, druipt af met de staart tussen de benen. Daar komen z'n andere kornuiten al aan, waaronder de Beer. De Beer vraagt nog eens vriendelijk aan de seiner of Borat nu toch niet even snel de berg mag oprijden, het is ten slotte bijna gedaan, hij doet in principe niet zo veel fout, het is voor het plezier en waarom zou hij niet mogen? Nu begint de seiner het pas echt op zijn heupen te krijgen en word zo waar zelfs aggressief.
'Ja, en wie zij gij wel, in u belachelijke berepak, achter de nadars!'
(er stonden nadars, een soort van lage hekkens, die dienen om de mensen van het parcours te houden als de renners in volle vaart passeren, zeer nuttig zelfs). Beer blijft aandringen, de gemoederen geraken verhit, de omstaande menigte groeit, trekken en duwen, tot de seiner het echt helemaal niet meer heeft van woede en begint tegen de beer:
'Kgoa sloan eh, pas op want kgoe sloan eh, als ge nu nie van mijn parcours gaat.' (echt eh, dit is geen gezever, 'k was er zelf bij! Ge moet u da voorstellen, een oudere man die tegen een jongeman in berenpak zegt: pas op of kgoa u sloan eh!)

En zo ging dat dus nog een tijdje door, echte agressieve zotten die seiners, of toch alleszins die twee die daar aan de Koppenberg die dag stonden. Ondertussen had er zich al een mooie menigte verzameld rond het spektakel, 'de rel van de Koppenberg'. Natuurlijk nam bijna iedereen het op voor Borat, de Beer en de zijnen. Die twee bejaarde, bekrompen, achterlijke seiners wouden gewoon hun macht als seiner even laten gelden en konden het niet hebben dat er iemand met een Boratpak op hun berg zou fietsen. (Toegegeven, ik vind zo een Boratpakje ook niet getuigen van veel stijl of klasse, maar ieder persoon is vrij te dragen wat hij of zij wil.) Als we zouden toegeven aan die twee achterlijke seiners zou iedereen er vanaf morgen  hetzelfde moeten uitzien met het haar kortgeknipt en de schoenen gepoetst. (we zouden ook hele dagen Vlaamsche liederen moeten zingen en vendelzwaaien is dan ook een verplichte kuur.) 
Terug naar de voet van de berg! Daar waren ondertussen twee politiecombi's, één gemotoriseerde eenheid en nog een patrouillewagen in allerijl en met loeiende sirenes toegekomen haha. In eerste instantie gaf de politie de seiners gelijk, ze konden natuurlijk ook niet anders, ze kenden elkaar van bij het kaarten de zondag. Maar, wat natuurlijk ook te verwachten was moesten ze een stuk aan ons (nu toch ondertussen al een 30 man sterke menigte geworden) toegeven en mocht Borat de berg op na een kwartiertje... Groot jolijt en vreugdekreten stegen op uit de menigte, we hadden het belachelijke, onnodige en buitensporige machtsmisbruik van deze twee fasco's toch een beetje kunnen overwinnen.

Seiner in gesprek met politie, achter de nadars de vrijgezellenbende met Beer en mijzelve.


.   Deel 2, 'Mannetje met macht', zo mogelijk nog schrijnender, in volgende bericht. 
  

vrijdag 8 april 2011

De Koran en de Bijbel


zie ze staan, bijbel en koran,
vredelievend naast elkaar,
waren mensen maar meer als literatuur niet waar?